De belangrijkste risico’s voor de gemeente die samenhangen met de uitvoering van de treasuryfunctie bestaan uit renterisico's. Deze worden getoetst aan twee normen. Dit zijn:

  1. De kasgeldlimiet. Deze geeft het maximale bedrag aan dat een gemeente aan vlottende financieringsmiddelen (looptijd korter dan één jaar) mag opnemen;
  2. De renterisiconorm. Hiermee wordt het renterisico op de vaste schuld (looptijd vanaf één jaar) in beeld gebracht.

De ontwikkelingen van deze renten worden hieronder nader toegelicht.

  1. Renterisico kort geld

De rentelasten van kort geld (kasgeldlimiet) hangen samen met de ontwikkeling van de Euribor. In onderstaande grafiek is het verloop van de Euribor in de afgelopen jaren weergegeven.

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt bevond het kortlopende renteniveau (referentierente: 3-maands Euribor) zich het volledige afgelopen jaar onder de 0%. Ofwel: een negatieve rente. Dit korte renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). In het voorjaar van 2016 heeft de ECB het renteniveau voor de zogenoemde Deposit facility vastgesteld op -0,4%. Deze maatregel draagt er aan bij dat de geldmarkttarieven eveneens negatief zijn. De gemeente Zevenaar profiteert van deze situatie bij het opnemen van dag- en kasgeldleningen. Door de negatieve rente krijgt de gemeente namelijk geld toe als zij kortlopend leent.

Ten tijde van het opstellen van deze paragraaf kunnen gemeenten tegen negatieve rente lenen voor looptijden tot circa drie jaar.

  1. Renterisico lang geld

De gemeente Zevenaar gaat uit van totaalfinanciering. Op basis van de behoefte wordt lang geld aangetrokken. Het geld wordt met name aangewend om activa te financieren. In de gemeente Zevenaar worden activa lineair afgeschreven en hier wordt met het langlopende geld bij aangesloten. Voor het bepalen van de rentelasten voor de begroting wordt het volgende uitgangspunt als basis genomen:

  • Rentelasten van langlopend geld zijn gebaseerd op een lening bij de BNG met een looptijd van 20 jaar, waarbij de rente tussentijds niet wordt aangepast. Voor de begroting wordt de ontwikkeling van de rente in de eerste 6 maanden van het jaar gehanteerd.

In onderstaande grafiek staat het verloop van de rente in de afgelopen jaren opgenomen

De lange rente heeft het afgelopen jaar een licht oplopende trend laten zien tot een niveau van iets boven de 1% per eind juli 2017. Deze stijging werd vooral veroorzaakt door de uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen begin november 2016 en de daarmee gepaard gaande inflatieverwachtingen. In 2017 droegen signalen rond beperking van het huidige opkoopprogramma door de ECB bij aan het oplopen van de rente.